De eerste proefritten met de ABC-motoren in het draaistel verlopen tot grote tevredenheid. Het publiek op de tramhalte keek wel verbaasd naar dat rare ding dat voorbij kwam.
Bij de proefritten bleek dat het draaistel op het straatspoor over het wegdek schuurde. Oorzaak waren de messing flenzen waarop de motoren en de aandrijving bevestigd zijn. Links steekt de motor nog recht naar beneden; duidelijk is dat de messingplaat net zo diep omlaag steekt als de wielband. De motoren worden daarom iets vlakker in het draaistel gelegd (sorry, passagiers op het trambalkon). Bij de rechtermotor is dat al gebeurd. Uiteindelijk resultaat, met beide motoren vlak, en stroomafname van alle twaalf wielen: zeer plezierige rij-eigenschappen, zelfs met de kleine trafo die ik voor de proeven gebruik.
De wiegbalken van deze trucks rusten op een grote bladveer; dat zijn dus zes van die bladveren per tram, ieder opgebouwd uit messing strookjes. Daar komen dan nog de vier bladveren boven de aspotten bij, twaalf stuks voor de hele tram, ook weer uit zulke strookjes bijelkaar gesoldeerd. Een heel gedoe.
Dan nog twee (niet-functionele) spiraalveren per aspot, is 24 voor alle drie draaistellen. Even doorzetten...
Na de draaistellen gaan we weer terug naar de frames. In een eerder bericht meldde ik dat de stelbalken voorlopig doorliepen over de balkons, totdat de tredebakken waren opgebouwd. Niet alleen verlenen die de reizigers toegang tot de tram, de constructie is ook dragend onderdeel van het geheel. Zowel in model als bij het grote voorbeeld vormt het balkon immers een groot gat in de constructie, en daarmee een potentiële zwakke plek. Vandaar de relatief ingewikkelde opbouw, vergeleken bij het simpele opstapje dat bij tweeassers onder de balkondeuren hangt.
Na het insolderen van de achterkant van de tredebak, met de twee schuine kantjes, wordt de stelbalk doorgeslepen. Vervolgens wordt de rest van de tredebak opgebouwd uit losse strips en zo. En na iedere stap controleren of het frame nog vlak is. Twee balkons, vier van die tredebakken, pfff.
En dit is de tussenstand tot nu toe: het frame van de A600. Dankzij de toevallig precies op tijd arriverende etsplaat van Jürgen Moog kan ik naadloos doorwerken aan de pantograaf. Gelukkig is het er maar eentje. Dan is het grote metaalwerk wel gedaan, en begint de kartonbouw van de wagenbak. De tekeningen zijn al gemaakt, bijgewerkt, gecompleteerd, enz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten