zondag 2 januari 2022
Er zit Blauw in de lucht
donderdag 23 december 2021
Zijwanden en kop A508
dinsdag 21 december 2021
Klinknagels tellen
zondag 12 december 2021
Budapestertje
Een Kleine Budapester, dat is de gangbare bijnaam voor de tram die nu in aanbouw is voor Schragenhave. Als NZh-liefhebber wil je natuurlijk een Budapester op je baan, maar dat is voor Schragenhave geen goed idee.
De Budapesters, grote vierassige wagens, reden in formaties van twee of drie wagens. In schaal nul al gauw een meter lang, en zo'n combinatie is gewoon te veel voor een modelbaan van 3m60.
Voor de lokaaldiensten schafte de NZH een kortere versie van de Budapester-wagens aan. Die reden met een of twee bijwagens, of solo, op de diensten tussen Scheveningen en Voorburg. Voor de lange trajecten naar Leiden en verder waren ze eigenlijk te traag, zeker met twee aanhangrijtuigen.
Zo'n korte Budapester, zeker alleen rijdend, is wel passend voor Schragenhave. Zo is het Hongaarse materieeltype vertegenwoordigd, en wel door een wagen waar ruimte voor is.
Het frame en de draaistellen zijn in ruwbouw gereed; nu is het tijd voor de eerste proefritten. Kan de tram door het knelpunt, de krappe S-vormige spoorverbinding bij de remise?
Het geraamte van de NZH A508 op het overloopwissel. Kan dat? |
De wielen komen in aanraking met het frame. Bij tweerailbedrijf kan dat leiden tot kortsluiting. Ook is er kans op ontsporing als het draaistel niet helemaal vrij kan uitzwenken. |
Werk aan de winkel dus!
Video: Schragenhave op het Virtuele Spoornulweekeinde
Door de covid-maatregen kon het jaarlijkse Spoornulweekeinde niet doorgaan, en daarmee verviel ook het optreden van Schragenhave in de grote zaal in Oldenzaal.
Op het alternatieve Virtuele Spoornulweekeinde leverden nulspoorders hun bijdragen in woord en beeld, en ook wij waren erbij. Vanuit de hobbyruimte vertoonden we een uur lang de trambewegingen op Schragenhave, aangevuld met presentaties over de voorbeeldlocaties, materieelkeuzes en... fietsen.
Storing van minuut 13 tot 16 omdat ik op de kabel van de camera stond, sorry.
GETA 79: de buitenkant
Nu de wagen rijvaardig is, en voorzien van een Arhemse sleepbeugel, is de beurt aan het uiterlijk. De GETA 79 was ivoorwit, met donkergroene bufferbalken. Dat is heel anders dan het bonte rood, licht- en donkergeel en bruin van de Steinway Lines.
Gelukkig ging het rood en bruin er makkelijk af met ecologische thinner (maar wel ventileren hoor).
De hoogglanzende basislaag is geel. Die bevrijden we van de bruine en rode opdruk, |
Het overblijvende citroengeel handhaven we, als grondverf voor de ivoorwitte kleur. Ten behoeve van het schilderwerk zijn de glasinzetten uitgenomen.
Het resultaat: een streekvervoerplaatje te Schragenhave: NZH-Tigercub op het remiseterrein, BBA-bus met een groepsvervoer buiten z'n eigen regio, en GETA-tram 79 onder de draad.
Bij de eerste grote revisie krijgt de GETA 79 dubbele koplampen, zoals het voorbeeld ook had om te voldoen aan de wettelijke regels voor interlokale tramlijnen.
De Erwt
In de werkplaats van Schragenhave kreeg dit trammetje de bijnaam De Erwt. Niet omdat hij klein is, maar vanwege de naam Birney, die dit tramtype in de USA draagt. Erwt en Birney...
De tram, een Corgi Classics-model in 1:48, ooit verworven op een modelbouwbeurs, stond al jaren in de kast om ooit verbouwd te worden tot een Nederlandse tram. Er hebben drie van deze trams rondgereden op het Arnhemse tramnet, overigens met weinig succes.
De Amerikaanse rijtuigen, aangeschaft door de Tramwegmaatschappij Oosterbeek-Laag (TOL), arriveerden pas in Nederland toen de TOL al was opgeslokt door de OSM, die spoedig opging in de NBM, die de wagens grif uitleende aan de GETA. Maar ook de Arnhemse tram had weinig plezier van de kleine trams, met een gering motorvermogen en slechts een enkele in- en uitstapdeur.
De wagens eindigden roemloos als aanhangrijtuigen bij de NBM, die ze achter de hand hield voor grote drukte, maar zelden inzette. Al voor de Tweede Wereldoorlog werden de trammetjes gesloopt.
Ik doste het Corgi-model uit als GETA-tram.
Zó uit de doos: Birney 1668 van de Newyorkse Steinway Lines. |
De zware, spuitgietmetalen tram kreeg als aandrijving het chassis van een Rivarossi rangeerlokje. Robuust, en opgewassen tegen het gewicht van de tram.
Rijden kan hij alvast, met het op maat gezaagde Rivarossi-onderstel. |
Bij hun Nederlandse eigenaren hadden deze trams natuurlijk geen trolleystang. Op de drieënhalve foto die er bestaat van deze wagens is te zien dat ze een kort sleepbeugeltje hadden, dat bij wisseling van de rijrichting "bovenover" omklapte onder de rijdraad.
De beugel probeert altijd de verticale stand in te nemen, door de veer onder het draaipunt. In het echt werkte het anders, maar deze oplossing op het model functioneert perfect. |
Ook aan het uiterlijk moest iets gebeuren om er een overtuigende GETA-wagen van te maken. Diverse tramhistorici hielpen me aan de juiste nummering (het waren de 78, 79 en 80). Ik koos voor 79, onder andere omdat er al een nul-model van de 78 bestaat. Mij is niets bekend over individuele verschillen tussen deze drie wagens, al waren die er vast wel.