De rijdraadklemmen die bij een trolleysysteem worden toegepast, worden om de rijdraad heen geklopt zodat het trolleywieltje aan de onderkant netjes over rijdraad, klem, en rijdraad rijdt. Aan de bovenkant hangt de rijdraadklem aan een dwarsoverspanning of een zijwaartse uithouder.
Datzelfde draadklemmensysteem hanteer ik altijd al voor de bevestiging van mijn rijdraden. Pantografen kunnen er bij mij ook prima onderdoor.
Het maken en aanbrengen van zo'n draadklem uit een klein wybertje van 0,2mm-messing is nogal een gepriegel. Bovendien is het bovendeel van de klem bovendien niet stabiel bij rijdraden boven een boog, want daar wordt in zijwaartse richting aan de rijdraad getrokken. Daarom dacht ik dat het ook anders moest kunnen.
Bij de verplaatsing van enkele masten en de bovenleiding boven spoor 11, de buitenboog aan de rechterkant van Waan, gebruikte ik geen draadklemmen, maar plaatjes nikkelzilver van 0,5mm met twee gaatjes erin, vlak aan de onderrand. De rijdraad trok ik door de twee gaatjes van het plaatje, dat ik van boven vastsoldeerde aan de dwarsoverspanning of uithouder.
Tja... zulke bevestigingsplaatjes waren inderdaad makkelijker om te maken en te bevestigen, en ook beter bestand tegen zijwaartse trekkrachten boven de boog. Maar het resultaat oogde bedroevend. Doordat de fosforbronzen rijdraad bij ieder bevestigingspunt door twee gaatjes was getrokken, verloor hij zijn rechtheid. Het leek wel of er een bovenleiding hing die was ontworpen door een dronken lijder aan de bibberatie. Hoe hard ik ook trok aan de uiteinden, recht werd het niet meer.
In deze toestand moest ik de baan tonen in april '13 bij de NVBS in Amersfoort. Maar: bovenleiding verloopt in een rechte lijn van het ene ophangingspunt naar het volgende. Dat bibberlijntje moest dus weg. Ik heb de bovenleiding nog maar eens vervangen, nu weer met de oude vertrouwde draadklemmen. Verschil: ik heb bij Eileen's Emporium nikkelzilverplaat van 0,2mm aangeschaft, en maakte mijn wybertjes daarvan. Dat materiaal is stijver dan messing van dezelfde dikte, waardoor het verbuigen van zijwaarts belaste rijdraadklemmen verleden tijd is.
Bijkomend voordeel is dat nikkelzilver (nieuwzilver) ook minder oxideert, waardoor het contactvlak aan de onderzijde van de draad goed geleidend blijft. Bij de messingklemmetjes moesten er altijd een paar rondjes worden gereden bij de hervatting van het bedrijf, voordat ze allemaal weer goed geleidden. Kortom, een Waan-win-win-situatie.